Geslaagd bezoek aan KNMI

Zo’n 30 Winner-vaarders uit binnen- en buitenland meldden zich op 9 maart in De Bilt voor een kennismaking met het eerbiedwaardige Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut.

Voor velen van ons nog steeds dé weersvoorspeller van ons land, maar in de praktijk blijkt dat ze eigenlijk alleen nog maar in de achtergrond opereren. Het “weer” krijg je  sinds 1989 in Nederland meestal via commerciële diensten of andere overheidsdiensten (RWS, luchthavens). De basisgegevens komen echter van het KNMI en hun internationale partners, dat dan weer wel!

Het KNMI werd eind 19e eeuw opgericht door Buijs Ballot. Bijna een eeuw lang heeft het zich bezig gehouden met een breed scala aan activiteiten; aardmagnetisme, navigatie, oceanografie (inclusief zeestromingen) en met wat ze nu nog steeds doen: weer, klimaat, en seismologie. In boeiende presentaties en rondleidingen, namen een drietal gepensioneerde KNMI medewerkers ons mee langs de historie en de huidige stand van zaken. Ik wordt altijd heel blij van het meeslepende enthousiasme van bevlogen specialisten en het zien van de vernuftige apparatuur van meer dan 100 jaar geleden, maar ook van de moderne technieken, die wereldwijd modellen hanteren die tot 80 kilometer hoogte in vakken van 10 bij 10 kilometer soms wel 14 dagen vooruit met grote betrouwbaarheid kunnen voorspellen. Dit gaat binnenkort zelfs naar 5 bij 5 km. In Nederland hanteert men nu al een model van 2,5 bij 2,5 km. Waarop je zelfs een bui kunt voorspellen. Naast het weer werd ook het klimaat toegelicht. Met grafieken en metingen werd angstig duidelijk dat het klimaat echt aan het veranderen is. Voor ons zeilers is van belang dat de zomers de buien extremer zullen worden, maar dat er geen aanwijzingen zijn dat in onze regio de weerpatronen (en windpatronen) zullen veranderen.

Goed nieuws is wel dat de zeespiegel de komende 50 jaar met bijna 40 cm kan stijgen, hetgeen voor ons betekent dat de vaargebieden groter worden en de ondiepe kiel kan worden ingeruild voor een diepe. (Al is dat laatste mijn eigen interpretatie). Het laatste vakgebied dat uitgebreid werd toegelicht was dat van de seismologie; de leer van aardbewegingen, aardbevingen en tsunami’s. Dankzij de koude oorlog is het KNMI een belangrijke rol blijven spelen in het meten van aardbewegingen. Die kennis komt nu goed van pas bij de verzakkingsaardbevingen in Groningen. Ook Tsunami’s kwamen aan bod. In Europa kunnen dit soort zaken eigenlijk alleen in het Middellandse zeegebied en nabij IJsland optreden. Hiervan is het van belang te onthouden dat je bij Tsunami voorspellingen ofwel rap de open zee op moet varen dan wel hoge grond moet zoeken. Blijven hangen bij of op de kade kan slecht uitpakken.

Alles bij elkaar een leerzame ochtend, het is altijd leuk bevlogen mensen over “hun” vak te horen praten. En ook de aanwezige oude apparatuur was zeker de moeite waard. Het KNMI kan je echter niet verlaten zonder een weersvoorspelling. Daartoe vertelde de meteoroloog dat er momenteel sprake is van een “Omega complex”, twee zuidelijke hoge druk gebieden met een noordelijk hoog er tussen. Die zijn in deze tijd van het jaar vaak zeer stabiel. Op onderstaande “pluim” die ik eerlijkheidshalve pas vrijdag 11/3 van het internet heb gepikt, zie je dat er een zeer stabiel lange termijn beeld (droog, weinig wind en lanzaam oplopende temperaturen) is de verwachten voor de volgende 14 dagen.

Dank KNMI (where the future is being made today) voor de gastvrijheid.

Cees Verhoef

Schipper Slartibartfast

Winner 10.10 NED 7855