De kracht van de WinnerClub. Leren van ervaren zeilers

Geplaatst op 30-07-2021  -  Categorie: Algemeen  -  Auteur: Jan Kloeze

Met de Wilson (Winner 9.50) gaan Jan en Yvonne voor het eerst op eigen kiel door de Duitse Bocht naar Denemarken. Omdat het eind juni geen best weer is, nemen ze eerst de staande mast route van Harlingen via Leeuwarden naar Lauwersoog. Daar treffen ze de Windekind (Winner 1010), eveneens op het punt om het ruime sop te kiezen.

Langzaam haalt de Windekind ons in. De 1010 is iets langer dan onze 9.50 en heeft een sterkere motor. We varen met vrijwel windstil weer door het Westgat naar buiten, op weg naar Nordeney. Een volle ebstroom staat mee. We zijn ongeveer twee uur voor laagwater uit Lauwersoog vertrokken. Dat is vier uur later dan we van plan waren. Als onervaren Duitse Bocht zeilers hielden we de richtlijn van de pilot (René Vleut) aan. Hij adviseert rond hoogwater te vertrekken. Het is 1 juli 2021. Wij waren dus geheel voorbereid op een vertrek rond vijf uur ’s ochtends toen we de dag voor vertrek aankwamen in de buitenhaven van Lauwersoog, waar we tot onze verbazing een paar boxen verderop de Windekinderen zagen liggen.

Vroeg opstaan

Omdat we hun echte namen niet kennen, noemen we ze de Windekinderen (red. Martin en Liesbeth). Daarmee doen we ze misschien geen recht, want de schipper en zijn vrouw zijn zonder twijfel de grijze eminenties van de Winnerclub en bepaald dus geen kinderen meer. Ze zeilden al eens naar Sint Peterburg en zo bleek bij een kort praatje op de steiger in Lauwersoog, ze staan op het punt voor minstens de 20e keer de Duitse Bocht te nemen.

‘Nou, dat wordt vroeg opstaan’, zeg ik.

‘Valt mee’, is het antwoord. ‘We vertrekken om half negen en verwachten in de middag tussen vier en vijf op Nordeney te liggen.’

De route

Ik probeer nog de redenering van Vleut op te hangen, maar zo deden ze het al vele malen. Met de laatste uurtjes eb naar buiten en dan op één vloed naar het Duitse eiland, waar het inderdaad pas om zes uur in de middag hoogwater is. Hoewel ik eigenlijk al overtuigd ben, check ik aan boord nog even de mijlen en de waypoints en als ik even later nogmaals op audiëntie ga, blijkt dat ik ook nog van plan was een stukje om te varen. Hoewel de Windekind al jaren digitaal vaart (net als ik trouwens), komt er nog even een kaart naar buiten en ik prent me de route goed in.

Losgooien

Yvonne en ik slapen tot zeven uur (ipv tot vier uur, zoals we van plan waren), staan dan op ons gemak op, genieten van een rustig ontbijt en een kop koffie, waarna we volgens het Windekind-recept om half negen losgooien. De Windekind zelf moet bij vertrek even wachten op een schip dat in de haven manoeuvreert en blijft dus achter, maar gestaag halen ze ons in en uiteindelijk leiden ze ons vanuit de verte netjes door de Sluchter, waarna we op Nordeney in een vrije box vrijwel naast de Windekinderen afmeren, inderdaad rond half vijf, precies zoals voorspeld.

Pet

Volgens Vleut moeten we de volgende dag op hoogwater Nordeney vertrekken om in één ruk naar Brunsbuttel te varen. Dat is om een uur of acht in de ochtend. Voor de zekerheid check ik dit nog even, met de pet in de hand.

‘Nou, ik zou een uurtje later gaan’, krijg ik te horen. ‘De vloedstroom kan met gemak wat langer doorstaan.’

Zo hebben we het gedaan en inderdaad, ruim twaalf uur later lagen we voor de sluis naar het Kielerkanaal. Vrijwel alles gemotord, opnieuw, want nauwelijks wind aan boord. De Windekinderen bleven op Nordeney. Als je grijs en eminent bent, hoef je niet zo nodig achter elkaar door te jakkeren en kan je best op een goed lopend windje wachten.


WinnerClub

ofni.[antispam].@winnerclub.nl

Voor het weergeven van de Facebook widget dient u de 'overige cookies' te accepteren via uw cookie instellingen.